
Toen ik vorig jaar door de binnenlanden fietste kwam ik geen Noord Europeanen tegen. Op de camping waar ik ben, hoor ik alle talen. Mijn buur, zo checkte ik terloops, heeft een Spaans kenteken op zijn camper. Toch blijkt enige momenten later, de camper bewoond te zijn door Frans en zijn vrouw. Al snel hebben we contact. Hij vertelt dat hij, samen met een vriend, vanuit Alicante terug gaat fietsen naar Nederland. Mijn vrouw vliegt terug. Weet jij een fietsroute tussen Alicante en de route van Benjaminse? Ik vertel hem dat ik anders had gereden en nog wat meer. Wil je een stoel? Mijn avond kon niet meer stuk. Frans en zijn vrouw hadden de camper voor 10 dagen gehuurd. En de eigenaar is een Nederlander! Voor maar €89 per dag, en vandaag hebben ze hem weer ingeleverd in Málaga en nemen de bus naar Alicante. Treinen is een ingewikkeld verhaal hier in Spanje.

De vrouw van Frans vertelt dat mijn tent onder een avocado-boom staat. De camping lijkt wel op een tuin met veel bloeiende planten, vijgenbomen, palmen en dus ook een avocado. Als ik later goed kijk, zie ik de vruchten hangen.


In de ochtend nemen we afscheid en gaan naar Málaga. De route scheert langs de zee naar de grote stad. Een drukte van belang in het historische centrum. Ik maak wat foto’s en ga aan de boulevard een broodje eten en neem voorlopig afscheid van de zee. Langs het vliegveld fiets ik het land in, op weg naar die andere grote stad.
