De Duitse wegbeheerder stuurt je regelmatig, en met name in de dorpjes en steden het trottoir op. Dat is heel economisch, zo hoeft men geen apart fietspad aan te leggen. Maar ik moet er altijd weer aan wennen. En soms als t zo uitkomt, is er maar 1 voetpad. Daar kom je dan ook mede fietsers tegen, maar dan als ‘falschfährer.’
Zo’n voetpad is niet altijd aangepast, je moet regelmatig van de stoep af. Bijvoorbeeld bij een zijweg. En die zijn er veel in de bewoonde wereld. Dan moet je van de stoep af, en niet altijd is de trottoirband voldoende verzinkt. Dus bonk je erop en eraf. En keer tig, met 40 kilo ofzo achterop… ik hoop dat ik niet op vierkante wielen naar Rome hoef! Maar dat is nog niet alles… er lopen nl. voetgangers. Je rijdt ze of op de hielen of frontaal ontmoet je angstige gezichten. Ik ben nl wat breder dan de standaard fietser hier. Maar t went.ik ga stapvoets in de steden..en we zijn natuurlijk verwend bij ons. Wat ook geld voor het betalingsgedrag hier. Gisteren bij de pizzeria, vanmorgen bij de bakker… NUR MIT BARGELD! Daar sta ik dan te zwaaien met m’n pinpas. Zijn wij zo verwend dan?
De route
Een mooie start vanmorgen. Weer terug op de route en achter Uelsen ligt de Spöllberg. In 1840 werd hier een belangrijke vondst gedaan; een gouden beker uit de bronstijd. Wellicht de oudste van Midden-Europa. Ook kwamen er 8 Keltische vorstengraven aan ’t licht. Het gebied waarin de grafheuvels liggen, is een natuurmonument. Je rijdt hier echt in de heuvels. Heel mooi, en koud…nog met handschoenen aan. Daar straks meer over.
Neuenhaus, genoemd naar een burcht – in de volksmond het nieuwe huis – ter bewaking van de handelsweg Münster-Amsterdam. In het centrum ligt nog de oude watermolen aan de molenkolk.
Klooster Frenswegen, ten noorden
van Nordhorn. Ook zij waren aangesloten bij de beweging van de moderne devoten; Windesheim, net onder Zwolle, was het hoofdklooster. Frensbergen bleef als enige klooster, na de reformatie, uit de congregatie bestaan. In 1809 werd ook dit klooster opgeheven.
Nordhorn is de grootste stad van het Graafschap. De vecht loopt er doorheen. Het heeft een echte streekfunctie. Super druk, veel volle terrasjes, zo’n wit wijntje zou wel smaken!
Schüttorf, het waarschijnlijk het oudste plaatsje van het Graafschap; het werd al in de 12e eeuw genoemd. Oude stadsboerderijen en vakwerkhuizen sieren deze stad. Op het marktplein staat het eeuwenoude raadhuis met zijn trapgevels en twee kerken. Maar géén terrasjes! En ik wilde nu ff zitten en eten. Geen café, wel een ijstoko. Voor straf geen foto gemaakt. Dat zal ze leren! Dus maar door, gelukkig net buiten het centrum een heus terrein met allerlei winkels en bij de Aldi een terras.
Hier zit ik in de zon een Aldi broodje gezond te eten. De slasaus spuit natuurlijk alle kanten op. Ik raak aan de praat met een Duitser die in Nordhorn woont. ‘Waar ga je heen..waar kom je vandaan?’ Ik rij de Vechtdalroute, maar hij had niet van Zwolle gehoord.. ‘je slaapt in een tent!’ ‘ vanmorgen vroor het! Oh was dat het. Ik had het inderdaad koud afgelopen nacht. Vooral toen de specht, uil, merels tekeer gingen. Maar de douche was heerlijk warm! En het Bauern frühstuck.. super! De man bleef maar praten over van alles, zijn vrouw deed onderwijl de boodschappen. Hij had ook een keer naar de ‘hollandischen kuste gefahren ‘ op de fiets, met een overnachting. Dié kust was het helemaal! Met m’n volle mond vertelde ik over de rit, de plannen, usw. Ik maakte me los van hem en ging zuidwaarts verder!
Over smalle akkerweggetjes gaat de route in het Münsterland langs het recreatiegebied Haddorfer See. Er is een zwemmeer, zandstrand, bar en een camping met trekkershutten voor fietsers. Die heb ik niet nodig, ik besluit om hier te overnachten.
Volgens mn telefoon is 23 graden en nog voor 6 uur heb ik een schnitzel op, die overigens naar rubber smaakt. De salade uit de ‘salatbar ‘ is wel goddelijk!
Morgen naar de bron van de Vecht en met de trein terug.