Fietsidee nummer 29 gaat een groot deel via de Andalusië route van Benjaminse naar het zuiden. Je maakt kennis met Catalonië. Niet langs de kust maar door het land. Wil je wel langs de kust, dan kun je dit via de EuroVelo 8 doen: een fietsroute langs de Mediterrane kust, die begint in Griekenland en eindigt in Cádiz (Zuid-Spanje). Mooie fietsroutes in het directe achterland van de Costa Brava zijn de Ruta del Tren Petit (voormalige spoorlijn tussen Palafrugell en Palamós) en de Ruta del Carrilet. Girona is overigens ook een mooie uitvalbasis voor het fietsen tussen de zee en de bergen.
Girona ligt aan de populairste fietsroute van Catalonië: de Ruta del Carrilet. Deze makkelijke, bergafwaarts gaande route begint in Olot, de hoofdstad van vulkaangebied La Garrotxa in het binnenland van Catalonië, en eindigt in Sant Feliù de Guixols aan de Costa Brava. En voert door vulkaangebied La Garrotxa, prachtige valleien en kleine Catalaanse dorpjes.
Ik las dat de route ongeveer 100 kilometer is en meestal in twee dagen wordt gefietst. Zomaar een idee als je bijvoorbeeld op fietstocht onderweg bent naar Barcelona vanuit Nederland. Dan kom je waarschijnlijk langs Avignon, waar ik dit fietsidee ook start.
dagen
uren minuten seconden
tot
Start van het Fietsseizoen 2023
Ik ken het Iberisch schiereiland niet, of nauwelijks. Om verder kennis te maken met Spanje, is zeker de fiets een geschikt en mooi middel. Het is goed mogelijk om Avignon via Véloroute du Soleil te bereiken. En het geeft ook zeker een extra dimensie om dát vanuit het zuiden van Nederland, naar de regio Murcia te ondernemen. De hoofdstad van de gelijknamige autonome regio Murcia wordt overigens niet aangedaan. De eindbestemming ligt zuidelijker, tegen Andalusië aan. Maar zoals gezegd, ik ben al in Zuid-Europa, en zal nu vanaf dat andere schiereiland naar het Iberische fietsen. Ook een heel bijzonder avontuur!
De Zuidfranse kust wil ik onder Avignon volgen richting Béziers, om vervolgens langs de Rousillon en door Pyreneëen en bij Figueres en Girona onbegrensd door te fietsen richting Andalusië. Niet via de Spaanse kust, hoe aanlokkelijk ook, maar het binnenland van Catalonië en Aragón is waar een dwarsdoorsnede van Spanje ervaren wordt. Het onbekende binnenland, ruige berglandschappen, middeleeuwse stadjes liggen tussen diepe kloven en verlaten vlaktes te wachten. Naast de wijnvelden bij Montblanc, liggen ook Morella, Mirambel en Cantavieja op de route. Na enkele bergpassen tot 1700 meter daal ik af naar Teruel, het zwaarste stuk is dan achter de rug. Vervolgens naar Cuenca, door het gebied van ‘de betoverde stad,’ op de grens tussen de bergen en de vlakte van La Mancha: windmolens en rechte wegen. Dan doemen de heuvels en bergen van de Sierra de Segura op. Na Alcaraz beginnen deze en voeren kilometerslang omhoog. Groene bossen, bergen en dalen tot in Riópar, waar de route naar Andalusië wordt verlaten voor de laatste kleine 200 km naar de eindbestemming bij het dorpje La Parroquia. Gelegen in het westelijke gedeelte van de regio Murcia; het land en de dorpen met wijnculturen in een weids berglandschap. Langs Caravaca de la Cruz, waar de Vera Cruz wordt aanbeden. Dit pelgrimsoord kan zich vergelijken met Santiago, en trekt jaarlijks duizenden gelovigen. Grofweg in de richting van de stad Lorca, komen de wegen door dorpen en diverse sierra. Ten oosten van Lorca, tussen de amandelbomen ligt casa los olivos. Hier eindigt het eerste deel van mijn ‘Vuelta.’
De route heeft 3 onderdelen:
- Avignon – Girona (~480 km)
- Girona – Riopár (~975 km)
- Riopár – La Parroquia (~220 km)
Omschrijving van de route
Het eerste gedeelte Avignon – Girona; langs zee, de Rousillon en over de Pyreneëen
De route naar Barcelona via Girona heeft een aansluiting die vanuit Avignon terugrijdt door het Pays D’Uzèz. Een behoorlijke omweg om in Béziers te komen. Het zal zeker mooier zijn en misschien nog meer redenen hebben, maar de zee trekt en wat kilometers besparen is beter dan om een grote omweg te nemen. Het ziet er ook nog hobbelig uit, dus ik kies om via Arles, Aigues-Mortes en Agde te rijden. Het eerste stuk is nog de Via Rhona. Na Arles door het natuurpark ‘de Camargue.’ Vlak langs zee naar Sète. Dan nog langs Étang de Thau en je bent al in Agde. De rivier l’Heraut en via Canal du Midi naar Béziers. Gezien het aantal campings, moet hier wel het toeristische Middellandse Zeeklimaat heersen. Hierna volgt het gebied van de Corbières, hier en daar al wat minder vlak. Een voorbode. Zo ligt ook de Col d’Extrême op de route (voor Tuchan), doch dit schijnt slechts grootspraak te zijn. Hier zie je wel de Katharenkastelen verschijnen en route vervolgt de Catalaanse Roussilon in.
Estagel is de eerste Catalaanse plaats en ongemerkt is de route hier een grens overgegaan. Na Latour-de-France klimt het gestaag naar zo’n 400 meter. Hierna is het afdalen, en wisselen vlakke stukken en heuvels elkaar af. Na het dorp Maureillas, via las Illas de Route de Manrell omhoog de Pyrenese pas op. De klim naar 730 meter is natuurlijk niet gering (over 24 km), maar stelt t.o.v. de Pyreneeën niets voor. Aan de Spaanse zijde ga je op volle snelheid omlaag het warme land in.
Via Boadella d’Emporda naar Figueres is zo’n 17 km via het dal van de Muga. Welkom in deze toeristische trekpleister, vanwege het museum van Dali. Na de drukte volgt de Baix Emporda, een glooiend landschap wat aan Toscane doet denken. Voor Colomers kan de hoofdweg worden genomen naar Girona, doch als dat zo uitkomt voor bijvoorbeeld verblijf op de camping is het beter naar Cassà de la Selva te rijden. De korte doorsteek is over de GI-633 en scheelt veel tijd, maar zal niet fijn rijden.
Deel twee Girona – Riopár; Start van de Vuelta en de Ruta Iberica
Afhankelijk van welke routekeuze wordt gemaakt kan zowel vanuit Girona als vanuit Cassà de la Selva, of de camping bij Fornells de la Selva de aansluiting op de route worden gemaakt. Het eerste deel is de Via Verde del Carrilet, en na Anglès de GI-542 op richting een bebost dal. Hier dienen de heuvels zich aan. Tot aan Manresa, zo’n 100 km zuidelijker is het op-en-af tot 1000 meter hoog. De eerste 120 km van dit deel zitten er dan al op.
Vanaf het historische Manresa naar Igualada is er uitzicht op het Montserrat rotsmassief. Het heeft voor de Catalanen een heilige betekenis omdat hier Maria is verschenen. Na Igualada naar Montblanc, een sfeervol middeleeuws stadje. Hier in de buurt ligt ook het UNESCO wereld erfgoed klooster van Poblet en Prades. Dit moet ook een mooi gezicht zijn, dalend door de wijngaarden en achterom kijkend. Alleen blijft het niet bij dalen. Bergop naar Villanova. De weg slingert over de bergkam, trakterend op mooie uitzichtpunten, zoals de Crestes de la Llena. Uiteindelijk kom de route in het dal van de Ebro. Over de brug van deze rivier, ligt Móra.
Na El Pinell de Brai gaat de route over de Via Verde de la Terra Alta. Een oud spoorpad over 32 km met veel tunnels (8 !) en bruggen. Je passeert hier de rode rotsformatie van de Ermita. Voor Valderrobes verlaat de route deze Via Verde en moet er weer stevig worden geklommen, zeker ongeveer 20 km verder tegen de Torre Miró (1.259 m en 9%) op. Na een grootse afdaling ligt daar een oude vestingstad Morella, ooit door de Arabieren bezet.

Het landschap van Maestrazgo staat hierna op het menu. Spanje in z’n ruwe vorm. Dit betekent een serie passen, waaronder het hoogste punt van de hele tocht. Tot Mirambel, een mooi opgeknapte pleisterplaats gaat het wel. Hierna slingerend en klimmend tot ruim 1000 meter: Cantavieja. Een ardelaarsnest op een hoge rotskam. Dan volgt de Puerto de Cuarto Pelado (1657 m) en met 8% de Puerto de Villaroya op 1700 meter! Dalend een dwarsdal in richting Allepuz met de pas Puerto de Sollavientos (1507 m). Dan – het wordt bijna saai- weer stijgend naar bijna 1600 meter Monteagudo en dalend naar Cedrillas. De laatste klim naar Teruel, die 1600 meter hoog is: Puerto de Cabigordo. De 20 km lange afdaling gaat in fases.
Vanaf Teruel, hoofdstadje van de gelijknamige provincie, gaat het traject naar Cuenca. Daartussen zijn Albarracin, met verdedigingsmuren, een heuse berg voor en na Frías de Albarracin (1499m en 1650m), gevolgd door een hoogvlakte en afdalend naar het weidse landschap waar de Taag ontspringt. Na de Puerto de El Cubillo tot 12% sterk dalend, met uitzichten over de Serranta de Cuenca. Na het plaatsje Uña, ligt op een variant-afslag het natuurpark Ciudad Encantada (de betoverde stad). Op en neer door bossen bereikt de route de stad Cuenca met (enkele) hangende huizen.
Het landschap onder Cuenca is heel anders. Uitgestrekte landbouwvelden, glooiend door rood- en groentinten, een kloofje, Romeinse ruïnes, oude kasteeltorens in ieder geval een stuk vlakker. Roofvogels boven het land. Richting Alarcón opent het weidse landschap van La Mancha. In de verte zie je in gedachte de windmolens al draaien. Bij Alarcón langs het stuwmeer, door bos en velden naar Tébar en Casas de Benitez een grote vlakte tegemoet. Langs een al dan niet droogstaand kanaal loopt 43 km lang een soort fietspad, die je om op de route te blijven vervolgens naar Barrax afslaat.
Het laatste gedeelte van deze etappe naar Riópar is minder saai, maar ook bergachtiger. Na Alcaraz is daarentegen een keuzemoment. Na Barraz stijgt de weg langzaam maar gestaag en na 25 km doemt de Sierra de Alcaraz op. Na de kruising met de N-322 de onverharde Via Verde (de la Sierra de Alcaraz, die hier ook Ruta de Don Quijote heet) op. Vlak voor het monumentale bergstadje Alcaraz eindigt deze met vele tunnels voorziene Via Verde. Hier kun je kiezen hoe verder, via de oorspronkelijke route langs Vianos en 2x pittig klimmen naar Riópar of – als je de beschreven route naar Andalusië wilt volgen, na Reolid de Via Verde(r) naar Puerta de Segura. Omdat ik via Riópar naar Noord-West Murcia wil rijden is dit alternatief niet bruikbaar. Doch er zijn nog meer mogelijkheden over de CM412, die over 15 km klimt (6-8%) naar de Puerto de las Cruetas (1300M), even doorbijten dus en dan een 10 km lange daling (eerste stuk 10%) naar het licht toeristische Riópar. Maar het kan ook zo zijn dat ik voor Alcaraz al afsla naar Peñascosa, want daar ligt een camping. Omstandigheden van diverse aard kunnen een fietsreis zomaar anders doen verlopen.
Deel drie van Riópar naar La Parroquia (Lorca)
De laatste (minimaal) 160 km van het eerste deel van deze Spanje reis gaat vanaf Riópar richting Hellin en Elche de la Sierra. Een bochtige weg onder de dennenbomen door. Hierna naar Socovós en Calasparra, inmiddels in de regio Murcia. Halverwege afslaand naar Moratalla. Indien in de pelgrims’mood’ is Caravaca de la Cruz een mooie optie, anders kan ook direct via Cehegin worden gereisd. De weg vervolgen richting Bullas tot de afslag Doña Inés/La Paca RM504. Na de kruising met de autoweg Lorca-Caravaca, naar Zarcilla de Ramos. 4 Kilometer voor dit dorp is een groen fietspad die, de borden volgend in La Parroquia uitkomt.

Nog 12 blogs naar Pasen
- wanneer gereden? In september 2021
- aantal kilometers:1728 km
- aantal hoogtemeters: 19330 hm
- aantal uren gefietst: 118 uur
- aantal dagen gefietst: 20 dagen
- de zwaarte van de route: licht zwaar
- het wegdek van de route:
- Enige Via Verdes, meest autoluwe routes Parcours: meest asfalt, maar de Via Verdes zijn dit niet overal, hier kun je MTB achtige routes aantreffen
- wat waren de hoogtepunten ?
- Klooster van Poblet
- Morella, Teruel en Cuenca
Hoe was deze fietstocht?
Er zijn een paar issues waar je rekening mee moet houden. Sommige regio’s zijn dun bevolkt, dit betekent minder voorzieningen. Ook zijn er in vergelijking met andere routes veel zware etappes/dagen. Maar hier staat tegenover dat de Spaanse binnenlanden erg mooi zijn. Rood, Ruw en Robuust! Met vele historische plaatsen onderweg, is het een goede wijze om Spanje te leren kennen. Zorg ook voor goede banden, want sommige fietspaden zijn verhard met kiezels of losse steentjes. Het wegennet daarentegen is perfect.
Meer informatie over deze route vind je via deze pagina: