
Camp Hammer is zo’n camping waar je een sleutelkoord om je nek krijgt. Als dank voor het dragen moet je borg betalen: €20. Omdat hun sanititair alleen voor gasten is. In het gebouw speelt een rustgevend muziekje, het licht is gedempt, het is er brandschoon, en het douchegedeelte mag alleen met badslippers betreden worden. De camping kost voor één nacht €16,10. Inclusief corona bijdrage maar exclusief douchen, dat kost €1 voor 6 minuten.
De receptie gaat om 8:15 u open. In het hoogseizoen, dus ik heb geluk, want ik wil m’n €20 terug. De eigenaresse komt om na mijn belletje om 8:20u aangespoed. Of ik angst hatte vanwege de storm, afgelopen nacht. Mijn tent stond niet bij bomen en in de luwte van struiken. Geen angst, maar lag vannacht gebiologeerd te luisteren naar hoe de wind de boomtoppen geeselde. Je hoorde haar van verre aankomen, door het dal, de hoeken om, tot mijn tent trilde en opbolde. Ook luisterde ik naar de campinggasten, hoe zij in allerijl de luifels neerhaalden. Ik zag ze vanmorgen op mijn weg naar de receptie op een hoopje liggen.

Ik vroeg wat de weersvoorspelling is, ik had nl geen internet op dit luxe camp. Tot 5 uur veel wind, maar droog, zei ze. Dat is het voornaamste, zei ik en sloot de deur van receptie achter mij.

Met storm had ik nog niet gefietst. Ik moest er recht tegenin. De bospaden lieten zien hoe erg het was geweest. In Monschau bestelde ik een klassiker frühstuck. Toen ik de reis hervatte, op weg naar de Vennbahn, regende het pijpenstelen.

Regen, storm en een mooi fietspad. En ik was niet de enige fietser. Allemaal in regenkleding, behalve hordes racefietsers. De regen ging over, de sterke wind bleef. Ik had mij al voorgenomen om in een hotel oid te overnachten. Ik vond een b&b niet ver van de route. De weersvoorspelling voor morgen is half bewolkt, zegt de eigenaresse. Wat een mooi vooruitzicht!

