
De Golf van Follonica achterlatend fiets ik richting Livorno. Het gaat eerst kilometers door een pijnbomenbos. De paden liggen vol naalden, zodat het lijkt alsof ik over een dekbed rij. Het is een lange stook langs de kust, met grote groene parasols waarvan nu al voor 8 uur, vele wandelaars en enige fietsers onderdoor wandelen of fietsen.

Aan het verkeer merk ik dat een grote stad nadert. Ik moet nu snel een bar opzoeken, anders sta ik straks in een rij. Italianen ontbijten immers hangend aan de bar. In Cecina eindelijk een Capuu zoals ze zeggen met een brioche con crema.. daar kan ik op verder, inclusief 2 bananen, die even verderop zich verkopen.
De Aurelia is steeds dichtbij, maar voor de fietser onbegaanbaar. De vechia Aurelia is een alternatief. Zij volgt de kust en brengt mij eerst naar Livorno en later Pisa.
Livorno maakt vanaf de zeezijde een drukke en moderne indruk. Het stadsdeel wordt gedomineerd door drie forten die herinneren aan de vestingwerken die in vroegere tijd werden opgeworpen. Eveneens aan de haven valt het standbeeld van de vier Moren op, waarbij op de sokkel Ferdinand de Eerste der Medici al sind 1624, zeker van zichzelf, rondkijkt

Nadat ik in Livorno in een park een stuk leerdammer tussen 2 broodjes heb weggewerkt ( wat kun je daar aan toe zijn!) Gaat de kustweg aan een stuk door gevuld met badgasten en dito faciliteiten tot Marino di Pisa. Hier start een prachtig fietspad, die mij de stad in brengt. Pisa blijft de moeite waard. De toren een goede marketing stunt.

Nog even wat kilometers door waarna ik bij de eerste camping stop met onderweg al zicht op de Ligurische Alpen.