
Wat je in Nederland niet zo snel zal meemaken, gebeurt hier als vanzelfsprekend. Zo gingen wij gisteravond nog even naar kampeerwagen Hein om wat avondkleding te halen. We zouden in Brindisi uiteten gaan. Onderweg zagen we een leuk terras, hoog boven de weg met uitkijk op een stuk douane en haven. We vroegen de menukaart, de keuze was klein; een goed teken. We bestelden rode wijn. De serveerster legde uit dat ze net open waren en de rode wijn was wel bij het grote restaurant, waar ze bijhoren, maar morgen komt de rode wijn. Dan maar wit en een acqua minerale. De bordjes waren van karton en de bekers voor het water ook. Had de vorige eigenaar hier gelaten, dus wij maken ze maar op… de wijn kregen we gelukkig wel in glazen. Het bestek was ook van een soort weggooi hout. We bestelden gegrilde zalm en tonijn. Het smaakte super! Als dessert vroegen we om koffie. De koffiemachine is nog niet gearriveerd vertelde de serveerster met een grote glimlach. Dan maar gelati?? Er waren 3 soorten. We bestelden met donkere cacao en sinaasappel. Een paar minuten kwam ze terug, sorry voor de overlast, maar die is er niet. We rekenden af, haalden het dessert in de stad, en keken terug op een bijzondere avond.

Vandaag gaat de route tegen de wind in over Lecce, de barokstad, naar zee. De zon schijnt fel en met de koele wind, is het aangenaam maar droogt je de huid snel uit. Ik vertrek om 7 uur vanaf Brindisi, dieper de laars in. Lecce is de laatste grote stad, druk en veel toeristen.


Ingrid vindt een camping waar we onder een 200 jaar oude vijgenboom een plek hebben. De rest van de route gaat langs zee naar het zuidelijkste punt van de laars.