Proloog

De internationale Maasroute is ruim 1.000 km lang, die van de bron bij Langres in Frankrijk tot de monding in Hoek van Holland loopt. De gehele route is gemarkeerd met het EuroVelo 19 ‘Meuse Cycle Route’ symbool. Zeker leuk om een keer te doen, waarbij je door 3 landen en langs zeer gevarieerde landschappen en steden komt.

Het is ook mogelijk met de uitbreiding die Benjaminse heeft gemaakt via de Saône en de Moezel naar Metz te rijden, waarbij je via de Veloroute du Soleil (klik hier voor meer info) een rondje kunt maken, terug naar Maastricht.

In mijn gedachte neem ik deze route op om te gebruiken als terugkeertraject vanuit het zuiden naar Nederland. Ik beschrijf hem dus vanaf de bron naar Maastricht. Laten we dus starten op het fietspad langs de oevers van de Saône, waar de zon schijnt: de Mosselle-Saône route, of ingewikkelder de Charles le Témeraire (Karel de Stoute-route) onderdeel van de Veloroute du Soleil.

De route heb ik verdeeld in:

Maastricht – Namen – Verdun: 340 km
Verdun – Bron van de Maas (Bourbonne-les-Bains): 245 km

Korte beschrijving van de route

Je komt vanuit de Bourgogne vanaf Beaune, en laat Dijon links liggen. Langs de Saône richting Fonteney-le-Chateau of beter naar Corre, anders ‘moet’ je 20 km terug. Het is dan nog 25 km naar de bron. Ik las dat het wordt aangeduid als een overgangsgebied tussen de Bourgogne en de Lotharingen. Bourbonne-les-Bains is een klein kuuroord die na passage als slingerend begint te stijgen naar Beaucharmoy om verder 6% stijgend naar de bron van de maas. Die bereik je door in Pouilly-en-Bassigny linksaf te slaan.

Na een bezoek aan de bron, terug naar het dorp naar Maulain. Het gaat hier eerder licht dalend dan vlak. Duurt zo’n 30 km, waarna de Maasroute na Hacourt (licht) en na Goncourt 7% stijgt. Dit kan met een variant, minder klimmen, worden omzeild. Het is ook niet om, en zonder Maas en trein wellicht ook wat rustiger. Na Sommerécourt naar Neufchâteau (na Circourt een plateau op, 7% omhoog) en komen nu de Lotharingen in.

De afstand van Maastricht naar de Maasbron is 600 km

Hierna golvend naar Domremy-la-Pucelle, waar het geboortehuis van Jeanne d’Arc staat. Voor wie dat leuk vindt. Er volgt een 7% daling naar Greux en stijgend naar Brixey. Voorbij Pagny-la-Blache fiets je langs een witte heuvelwand. Vandaar de naam. Na de klim naar Champougny is het fors dalen, en na Sepvigny blijft het redelijk vlak 35 km lang fietsend tot Canal de l’Est/Commercy. Tenminste als je na Saint Germain niet de officiële Maasroute kiest via Void, maar over Pagny-sur-Meuse. Er ligt nl. hier een flinke puist op de route. Toch ligt er verder op ook zo’n exemplaar, tussen Ailly-sur-Meuse en St.Mihiel. Tot Verdun is het gedaan.

Er volgt na St.Mihiel een saai stuk, zowel voor als na Verdun over de D34. Het is toch al geen vrolijk gebied, die met Verdun herinnert aan de vele slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Tot aan Sedan rijd je door ‘het slagveld van Europa.’ Het Maasdal is hier breed en 100 km verder komen de Ardennen in zicht, waar we zonder te klimmen Dinant bereiken. Tussen Sedan en de Belgische grens (na Givet) 110 km is de afstand, en het is geen straf. Een strak fietspad, eerst een afwisselend landschap van meertjes, glooiende akkers, bossen, vestingen en dorpjes en later tussen hoogoplopende groene wanden

Als vanzelf bereik je Dinant en na een terrasbezoek arriveer je, veelal over het jaagpad 30 km noordwaarts in de citadel van Namen. Dan volgt het laatste stuk naar Maastricht.

Namen is een stijlvolle kleine stad en als nederzetting tussen Sambre en de Maas nog voor de komst van de Romeinen, ontstaan. De Maas verder volgend over een fietspad tot in Hoei/Huy. Ik ken deze plaats nog van de route Tilburg-Genua, het is een klein stadje waar de Hoyoux in de Maas uitmondt. Het fort boven de stad is gebouwd door Willem I. Het 40 km verderop gelegen Luik is wel een stuk groter. Een oude industriestad, die na verval weer aardig is herrezen. Dat kan niet (altijd) worden gezegd van de omgeving en plaatsjes aan de Maas. Veel oude mijnwerkerswoningen en verlaten industrie karaktiseren dit gedeelte tot na Luik naar Maastricht. De laatste 30 km ook over een fietspad tot Ternaaien/Lanaye, 5 km voor de Sint Pietersberg. Wil je deze vermijden, kun je ook met de pont naar de andere kan en via Eijsden naar Maastricht.

Hoogtepunten

Hieronder staan enkele interessante plaatsen op de route:

Voor de volledigheid neem ik Maastricht op, maar hierover is voldoende terug te vinden op andere sites
Luik/Liège: de Belgische stad heeft een mooi historisch centrum, met gezellige biercafés, heel veel verschillende musea en mooie fietsroutes.. Met name de beroemde trappen en de Citadel zijn de moeite waard
Hoei/Huy: De stad is bij wielerfanaten vooral vanwege zijn muur van Huy (max. 19%) die bij de wielerklassieker de Waalse Pijl vaak een beslissende functie heeft. Huy is gelegen aan het water, de rivier de Hoyeux en Mohaigne stromen hier de Maas in. Al in de middeleeuwen stond hier aan de oevers van de rivier een stadje. Het kasteel boven op de rotsen bood bescherming aan de inwoners in de stad beneden. Het centrum van Huy heeft nog steeds een historisch karakter en is, hoewel niet groot, een stadswandeling beslist waard
Namen/Namur: de oude stad kent veel monumenten en musea, zoals: De Halle al’Chair (vleeshuis; Gildenhuis van de slagers), gebouwd in 1590, die sinds 1855 een archeologisch museum herbergt. Achter het vleeshuis bevindt zich de Grognonpoort uit 1728. Tot slot: Onze-Lieve-Vrouwekerk (Harscamp) uit de 18de eeuw
De citadel van Dinant, bereikbaar met de kabelbaan of via de grootste trap in België met 408 treden. De Rots Bayard, een rotspunt met de vorm van een enorme menhir die net los staat van de rotswand. Slechts één rijstrook van de weg langs de Maas loopt tussen Bayard en de bergwand, de andere rijrichting is om de ‘menhir’ heen. De Collegiale Onze-Lieve-Vrouw van Dinant, een gebouw in Maasgotiek met een bijzondere peervormige klokkentoren. Het Huis van Mijnheer Sax, klein museum over de Dinantees Adolphe Sax en zijn uitvinding de saxofoon.
Givet: de Maas stroomt hier België in. Keizer Karel V kreeg het in de 16e eeuw in handen en liet er boven de Maas het fort bouwen, fort Charlemont.
Charleville-Mézières: de Place Ducale van Charleville vertoont gelijkenissen met de Place des Vosges in Parijs. Het plein is omringd door 17e-eeuwse paviljoens met arcaden. Tevens ligt hier het stadhuis uit 1843.
Sedan: bezienswaardig is het kasteel van Sedan, met 35.000 m² een van de grootste kastelen van Europa
Verdun: tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de oude stad zwaar beschadigd. De stad is hersteld en heeft nog enkele monumenten bewaard, waaronder: het stadhuis uit 1623, waarin een oorlogsmuseum; kathedraal Notre-Dame, waarvan de bouw werd begonnen in 1048, met romaanse crypte; citadel met toren, genaamd Saint Vanne, uit de 12e eeuw.